4 dagen Pieniny
31 mei 2000, 14:38



4 dagen Pieniny

Voor Poolse begrippen ligt het eigenlijk vlak bij Kraków, zo'n 100 km zuidelijk op de grens met Slowakije. Pieniñski Park Narodowy, ofwel Nationaal Park Pieniny, is het oudste nationale park van Polen, opgericht in 1932. Het park omvat 6096 ha, waarvan 2346 op Pools grondgebied liggen en is daarmee één van de kleinere nationale parken in Polen. Kenmerkend zijn de stijle, beboste kalk- en basalt rotsen die soms 400 m uit het omliggende landschap omhoog rijzen. Met name daar waar de rivier Dunajec zich een weg heeft geslepen door de rotsen geeft dit een overweldigende indruk. Vanaf de toppen, tot 1050 m hoog, is vaak de Tatra, een Pools-Slowaaks Alpine gebergte, dat 30 km. zuid-westelijker ligt, te zien.

De eerste dag, 30 april

Het was al zo'n twee weken mooi weer in Polen, je zou wel kunnen zeggen, dat de lente was aangebroken. Maar dan met zomerse temperaturen. Zonnig en overdag meer dan 25 graden. Ik droeg mijn oranje petje, je bent hollander, of je bent het niet en we reden in zuidelijke richting naar de Pieniny. We waren niet de enige op de weg. In Polen zijn de 1ste en de 3de mei nationale feestdagen, zodat vele Polen een lang weekend hadden.
De eerste mei is een van de laatste restanten uit de communistische tijd. Juist ja, de dag van de arbeid. Niet dat de Polen zo graag deze dag nog willen vieren, maar de liefde voor een dagje vrij wint het nog steeds van hun afkeer van het communistische systeem. Wellicht het feit, dat er op de eerste mei ook een kerkelijke viering plaats heeft, maakt het voor de huidige conservatieve regering acceptabel om de dag niet af te schaffen. De derde mei is de dag van de grondwet; de eerste Poolse grondwet, die in 1794 door de sejm werd aangenomen. De Polen hebben er niet veel plezier van gehad, in 1795 verdween Polen ruim een eeuw van de Europeese landkaart.
Voordat we vertrokken, was het nog even de vraag of het touristenseizoen al was begonnen in de Pieniny, maar bij aankomst bleek het antwoord duidelijk. En dan op zoek naar een camping. Nu zijn Polen niet echt vervente kampeerders. Zelfs de jongeren overnachten over het algemeen in jeugdhotels. Dat in combinatie, dat het Poolse deel van de Pieniny nog nauwelijks wordt bezocht door buitenlandse touristen, maakt dat er een overdaad aan pensions (noclegi) en hotels is en slechts een enkele camping. Op de camping (pole namiotowy) van Kroscienko had ik een paar jaar geleden al een paar nachten doorgebracht, maar deze was van het niveau "scouting-terrein". Een blok met toiletten en een openlucht wasplaats. Douche? Nee, die hebben we niet, maar er was wel een heel groot bad met stromend water, de rivier.
De camping in de "hoofdplaats" Szczawnica, U Ewy (bij Ewa), was kennelijk vrij nieuw en was iets beter uitgerust en daar viel dan ook onze keus op. Hoewel warm, begin mei is niet de ideale maand om na een dagje zweten in de heuvels te badderen in de rivier. (Warme) douche is wat meer comfortabel.
Na het opzetten van de tent besloten we om per fiets de omgeving te verkennen. De aangeschafte kaart gaf een aantal Mountain-bike route en hoewel we niet in het bezit zijn van een dergelijk rijwiel leek één van de routes ook wel voor onze rijwielen te doen. Niet te stijl en de aangegeven weg beloofde meer te zijn dan een hazepad en wellicht verhard.
De eerste kilometers bleken inderdaad goed te doen en waren zelf, op Poolse wijze, geasfalteerd. Het ging lichtjes berg op. Echter, bij het einde van de bebouwing hield ook het asfalt op en ging over in een verharding waar de organisatie van Parijs-Roubaix jalours op zou zijn. Puntige keien, gewonnen of gevonden in de omgeving, zonder verband gelegd tussen twee beton banden. Ook het lichte steigen maakte het er niet eenvoudiger op. Maar na een kwartier werd ons geploeter beloond met een alleraardigst houten kapeletje of kerkje midden in het bos. Hier konden we links of rechts af voor een lus van zo'n 15 km. Tot het hoogste punt was het linksom zo'n 8 of 9 km en rechtsom 6.
Twee Polen kwamen hevig zwetend lopend aan bij de kapel, en dropen weer af toen ze hoorden dat er verderop niets meer te zien was dan 9 km natuur en 6 km natuur terug.
Een stijle afdaling trok ons meer dan een stijle klim en in de hoop dat de verharding van de weg zou veranderen besloten we linksom te gaan. Inderdaad, de verharding van de weg veranderde niet en met de berekening dat we ongeveer een uur lang zouden moeten stuiteren en ook weer terug, hielden we het na een kwartier voor gezien, ondanks de mooie weides tussen de beboste hellingen.
De afdaling gaf ons ons gelijk. Hoewel sneller, was het nog verschrikkelijker dan de klim. Terug op het asfalt besloten we onze koers te verleggen naar Jaworki, het einde van het dal en met twee prachtige extra beschermde reservaten. Uit eerder bezoek aan de Pieniny wisten we dat deze route goed te berijden was.
Een goede keuze. In Jaworki aten we een ijsje en kochten we alvast worstjes (kielbasa) om 's avonds te grillen. En we fietsten een stuk het prachtige reservaatje Biala Woda (Wit Water) in. Groene velden, witte rotsen, een paar oude houten huisjes en wild riviertje.

Biala Woda

Na terugkomst bij de tent, vervolgens nog even te voet het kuuroord Szczawnica onveilig gemaakt. Door het beneden park en het bovenpark gewandeld. De oude glorie bekeken van oude houten villa's; de communistische glorie van modernistische grootschalige hotels; en de nieuwe tijd.... Een ijsje en een biertje op het terras van een volgens ons gidsje beroemd pavillioen.... toch een beetje koninginnedag vieren...


Lees verder in deel 2